Vandaag in de Gelderlander. 

Mario Been kijkt vooruit.

Augustus is voor Mario Been niet de aange­naamste periode van het jaar. Het liefst zou hij met een complete selectie toe­werken naar het nieuwe seizoen, maar bij NEC duurt het meestal tot de laatste dag van de transferpe­riode voor alles rond is. En dan be­staat ook nog de kans dat een van zijn spelers op de valreep vertrekt.

„Ik loop op dit moment niet blij rond”, zegt Been een paar dagen voor de competitiestart tegen De Graafschap. „Het geraamte van het elftal staat, maar we missen voorin de kwaliteit om goals te maken.

We zijn dag en nacht bezig om er een paar goede spitsen bij te krij­gen, maar het valt niet mee. De een (Boussaboun) vraagt een bela­chelijk salaris, de ander (Romme­dahl) blijft liever bij Ajax op de tri­bune zitten.” „ Ook Carlos Aalbers, die volgens mij ’s nachts met de telefoon aan het oor slaapt, wordt er weleens spuugziek van. We zetten onze kaarten nu op Leonardo. Er is geld, maar de clubs moeten er met elkaar uitkomen. En verder blijven we hopen op een buitenkansje. Vandaar dat we tot op het laatst spelers testen. Maar prettig werken is dit niet.”

Vergeleken met de meeste andere clubs heeft NEC een erg lange voorbereiding achter de rug
„We zijn eind juni al begonnen met een trainingskamp op Bonai­re en Aruba. Dat is mij uitstekend bevallen. Veel arbeid verricht en het was ook bevorderlijk voor de harmonie in de selectie, in mijn ogen de basis voor ieder succes. Vervolgens zijn de jongens er twee weken tussenuit geweest, al heb­ben ze niet stilgezeten. En daarna zijn we in Nederland met de oefen­campagne begonnen. Het was in mijn ogen de beste manier om die lange periode te overbruggen. Ik heb daarover uitgebreid overlegd met de medische staf en de spelers hebben het als prettig ervaren.”

Het wordt een druk najaar, zeker als NEC zich voor de groepsfase van de UEFA Cup plaatst.
„ Absoluut. Daarom wilde ik ook niet dat Rutger Worm werd ver­huurd. We hebben iedereen hard nodig. Vergeet ook niet dat we Las­se Schöne, Gábor Babos en Yous­sef El-Akchaoui tussendoor gere­geld kwijt zijn voor interlands. En wie weet roept Leo Beenhakker Arek Radomski wel weer op als hij weer wat wedstrijden in de benen heeft.”

Zelf hoef jij je ook niet te vervelen, je gaat analyses doen bij Eredivi­sie Live.
„ Alles is in overleg met de club ge­beurd. Mijn werk voor de televisie mag niet ten koste mag gaan van NEC. Ik zal dus nooit op wedstrijd­dagen analyses verzorgen. Van de andere kant: NEC heeft er ook baat bij. Het is goed voor de uit­straling van de club en ik zit dicht bij het vuur. Als je daar zit, hoor je alles, zie je alles. Bovendien heb­ben ze de beschikking over een schitterend, geavanceerd video­analysesysteem, waar ik ook ge­bruik van kan maken voor mijn werk bij NEC.

Ook jij komt door deze klus extra in de picture te staan. Ben je toe aan een stapje hogerop?
„Ik heb altijd gezegd dat ik als coach er uit wil halen wat er in zit. Maar ik heb bij NEC nog twee jaar te gaan. Het belangrijkste voor mij is dat ik progressie wil zien. Tot nu toe is dat gelukt. Met Excelsior werd ik kampioen van de eerste di­visie, met NEC werd ik het eerste jaar tiende, het tweede jaar acht­ste. De logische volgende stap zou een plaats bij de eerste vijf zijn.
Maar dat is op dit moment abso­luut niet aan de orde, zelfs plaats acht is met de huidige selectie niet realistisch.”

Wat verwacht je dit seizoen van de andere Gelderse clubs?
„Op de eerste plaats: het is best iets om trots op te zijn, drie eredi­visieclubs in zo’n klein gebied. De Graafschap heeft goede zaken ge­daan door Henk van Stee binnen te halen. Ik ken hem goed, een uit­stekende trainer. Ze zijn Schöne aan ons kwijtgeraakt, maar met Oost en Den Ouden zijn ze er voorin wat sterker op geworden.” „Bij vitesse zal het dit seizoen wel een stuk rustiger worden. Hans Westerhof is een ervaren trainer en ik vind dat ze met Marc van Hintum een heel goede technisch directeur hebben. Ook hebben ze zich op de transfermarkt aardig ge­roerd. Ik vraag me wel eens af waar ze het van doen, maar goed, dat is niet mijn pakkie-an.”