Welkom op De Trouwe Honden | Inloggen | Registreren | Online | Gebruikers: 0 | Gasten: 17 |
Uit de oude doos: Verhalen Krakow (deel 2)
maa. 6 december 2010 Voor sommige dingen hebben we een goede reden. Van een wedstrijd maken we een Rondje om en een Zo zagen wij het en als onze club jarig schrijven we een felicitatiebericht. Zo nu en dan doen we iets zonder een concrete aanleiding. Gewoon, omdat we er zin in hebben. Zin om onze oude stukjes, die we zelf ook graag nog eens lezen, aan onze lezers voor te schotelen. Noem het opgewarmde prak, wij vinden het een heerlijk maaltje dat na verloop van tijd nog beter smaakt. Uit de oude doos dus. Deze keer de reisverhalen van Krakow alwaar onze club op 25 september 2003 aantrad tegen Wisla. Tegenwoordig vlieg je voor een paar knaken vanaf Weeze naar deze prachtige stad in Zuid-Polen, maar toentertijd was het kiezen tussen een peperdure vliegreis, een ellenlange busreis of een wat heikele autorit. In deel 1 hebben jullie de avonturen van onze vliegtuiggangers kunnen lezen. Hieronder kunnen jullie de verrichtingen nog eens herlezen van degenen die voor de auto kozen, en in deel 3 volgt de busreis. Krakow per auto Desalniettemin hadden wij ook niet zo veel zin om bij de grens teruggestuurd teworden, pech te krijgen of onze auto gejat te zien worden, dus werd de reis goed voorbereid. We schaften een Internationale Reis- en Kredietbrief van de ANWB aan, belden met de Poolse ambassade, regelden vanuit Nederland een hotel, met als belangrijkste criterium een bewaakte parkeergarage, ruilden alvast wat euro’s om in zloty’s en brachten de auto waarmee het allemaal zou gaan gebeuren naar de garage voor een onderhoudsbeurt, waarbij we expliciet aangaven dat de radiateur al eerder problemen had gegeven en dat daar toch goed naar gekeken zou moeten worden. Daags voor ons vertrek konden we de auto weer ophalen en werd ons verzekerd dat hij in orde was en ons probleemloos naar Polen en ook weer terug zou moeten brengen! Het eerste gedeelte van de reis verliep meer dan voorspoedig. Even waren we bang dat we bij Hannover in de ochtendspits terecht zouden komen, maar doordat we vroeg vertrokken waren, ontliepen we die gelukkig. De drie auto’s bleven min of meer de hele weg bij elkaar en tegen een uur of elf arriveerden we bij de Poolse grens. De algemene gedachte was dat dat eigenlijk het laatste obstakel zou zijn: even nog de grens over en dan snel door naar Krakow. Na de eerste controle door de Duitse douaniers, terwijl we stonden te wachten op de controle door hun Poolse collega’s, kwam een van die Duitsers naar onze auto gelopen. Hij sprak zijn woorden uit en het leek of de tijd even stilstond: ‘Deine Kühler leckt!’ zei de goede man. Ondanks het feit dat mijn Duits verre van vloeiend is, werd mij toch al snel duidelijk dat het ‘volgas naar Krakow’ even uitgesteld zou gaan worden. De radiateur, waarvan mij verzekerd was dat ‘ie het zonder problemen zou trekken, was kapot! En niet zomaar kapot, gezien de enorme plas koelvloeistof die onder de auto lag! Ik denk dat iedereen begrijpt dat de krachttermen, ook en vooral richting de garage, op dat moment niet van de lucht waren. Daar sta je dan, op de Poolse grens met een kapotte auto. Eigenlijk moet je dan helemaal niet verder rijden, maar ja, je kunt ook moeilijk pontificaal op de grens je motorkap lostrekken. Stapvoets dan maar naar het benzinestation een paar honderd meter voorbij de grens en bellen maar! Eerst de ANWB in Nederland, vervolgens de Poolse wegenwacht, het ANWB-steunpunt in Polen, mijn vader, wiens auto we bij hadden, omdat die natuurlijk ook van zoiets op de hoogte moet zijn en ten slotte de garage. Met veel moeite hield ik mij op dat moment in, hoewel die moeite me bijna teveel werd toen de telefoniste van Volvo doodleuk verkondigde dat het zeker niet aan de garage lag en het waarschijnlijk een steentje onderweg was geweest dat voor deze ellende had gezorgd. Op mijn antwoord dat we dat in Nederland nog wel verder zouden bespreken, maar dat het mij op dat moment er vooral om ging zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van het eerdere probleem met de radiateur, zodat ik de Wegenwacht als die eenmaal gekomen zou zijn, zo goed mogelijk te woord kon staan, kwam als enige reactie dat een telefoniste daar natuurlijk niks van af weet! Ik denk niet dat iemand het me kwalijk neemt dat ik daarop de verbinding maar meteen verbrak! Nog een kilometer of vierhonderd tot Krakow, dat zou dus nog een uur of vier duren! Iedereen die ook per auto of bus de reis gemaakt heeft, weet dat we met deze gedachte bedrogen uit zouden komen. Afgezien van een kilometer of honderd rond Katowice, kenmerken de Poolse wegen zich door drempelachtige oneffenheden, eenbaanswegen, vrachtwagens en absurde snelheidsbeperkingen (soms 40 km/u!). Maar het kon ons niet deren! Het vooruitzicht van een hotel met gespreid bedje in plaats van een sleepbedrijf en op een stoel overnachten, nam alle irritatie over de Poolse hindernisbaan die voor snelweg door moest gaan, weg. En er was, vooral de eerste paar honderd kilometer, ook wel wat te zien! De eenzame dame langs de weg, die volgens ons haar kost toch vooral op knieën en rug verdiende, de talloze paddestoelenverkopers, de berenhuiden en boskabouters en natuurlijk de Polen die in veel te dure (Duitse) bolides over de Poolse wegen scheurden alsof het een racecircuit was. Later kwamen we erachter dat de overlast van de oneffenheden omgekeerd evenredig was aan de snelheid, zodat we tijdens de terugweg ons ook nog weleens wat minder aantrokken van de maximumsnelheid. Moe maar opgelucht kwamen we in Krakow aan. Een taxi wees ons de weg naar het hotel en nadat we de auto in de garage hadden gepropt (hij had geen tien centimeter breder moeten zijn), konden we dan eindelijk dat Poolse woord gebruiken waar we zo lang op geoefend hadden: Pivo! Na twee halve liters was de pijp voor de meesten van ons, na een reis van bijna twintig uur wel leeg: naar bed, naar bed, zei Duimelot! Ons plan om de volgende dag naar Auschwitz te gaan, hadden we al laten varen: we wilden natuurlijk ook iets van Krakow zien en bovendien vroegen we ons af of het wel zo slim zou zijn vlak voor de wedstrijd zoiets indrukwekkends te ondernemen! Na wat gegeten en gedronken te hebben, wees onze Grote Dikke Leider ons de weg naar het stadion. Ik denk dat bijna iedereen in de stoet kippenvel heeft gehad! Vier-, vijfhonderd man achter een paardenkoets en een roodzwartgroene vlag door de winkelstraten van Krakow onder het ‘Nijmegen! Nijmegen’ dat door Krakow galmde! Het is één, en misschien wel hét niet-sportieve hoogtepunt uit mijn carrière als NEC-supporter. Een dergelijk gevoel van saamhorigheid had ik nog maar zelden gevoeld! De tocht duurde dan ook veel te kort, ook al was het toch wel een kilometer of wat, en het stadion van Wisla kwam in zicht. De politie, die ons al in grote getalen naar het stadion had begeleid, leek in nog grotere getalen aanwezig bij het stadion. Desondanks viel de controle mij mee, alhoewel er wel op paspoort gecontroleerd werd. Maar waar ik verwacht had dat het fouilleren uiterst grondig zou gebeuren, had het uiteindelijk veel weg van het bekende klopje op je jas en broek! De schoenen mochten aanblijven en zelfs mijn heuptasje werd over het hoofd gezien! Het stadion zelf was ronduit afzichtelijk, met aan de korte zijden mislukte betonnen triomfbogen die deden vermoeden dat dit stadion ooit helemaal rond moest zijn geweest, maar dat de korte zijden ooit afgebroken zijn. De luchten van worsten kwamen ons tegemoet, maar, naar later bleek, roken ze beter dan ze smaakten en dropen ze zo ernstig van het vet, dat een verkeerde beet in de worst tot gevolg had dat iemand drie meter verderop een straal vet op haar kleren kreeg (en natuurlijk was het in mijn geval weer een van de meegereisde Nijmeegse agentes die het slachtoffer was!). De wedstrijd was spannend, maar rommelig, en de sfeer zakte na de 2-0 tot een dieptepunt. Gelukkig zouden een buiteling van De Nooijer en de daaropvolgende penalty van Wielaert veel, zo niet alles, goed maken, en werd de dag toch in feeststemming afgesloten. Wij besloten ons feestje die avond voort te zetten in een van de talrijke kroegen in de buurt van ons hotel, de oude joodse buurt, waar de sfeer toch wel enigzins macaber is, als je beseft dat dit de plek van Schindler’s List was en dat in deze prachtige oude huizen waarschijnlijk veel mensen hun laatste uren in vrijheid hebben doorgebracht. Zo was een van de zalen in de eerste kroeg die we aandeden alleen te bereiken via een doorgang in een kast! Na heel wat pivo’s, verhalen en na een drietal buitelingen van dronken Poolse dames die de meest ingewikkelde dansen uitvoerden, maar daar dus niet helemaal in slaagden, kwam deze gedenkwaardige dag tegen de klok van zessen ten einde. Na een kort nachtje (we hadden gelukkig besloten op ons gemak terug te rijden), reden we tegen enen in de middag weg uit Krakow. Hoewel we op de terugweg van pech verschoond bleven, namen we wel een verkeerde afslag rond Hannover, zodat ook de terugweg langer duurde dan gehoopt. Exact 72 uur na vertrek, klokslag vier uur (‘s nachts) reden we, uiteraard over de Waalbrug, ons prachtige Karelstadje binnen, doordrongen van het feit dat we in de afgelopen 72 uur met zijn allen roodzwartgroene geschiedenis hadden geschreven. Het eerste deel van het avontuur kwam ten einde en de uitslag sloot zelfs een tweede avontuur niet helemaal uit. Deze reis was, is en zal voor mij echter altijd ‘de eerste keer’ blijven en ik ben bang dat dat nooit geëvenaard zal worden. ‘NEC went Europe’ en het overtrof al mijn stoutste verwachtingen! Thomas
Op dit bericht kun je geen reactie plaatsen.
|
|